De Nederlandse diervoedersector heeft de afgelopen jaren een duidelijke verduurzamingsslag gemaakt. Uit het programma Duurzaam Diervoeder 2030 blijkt dat de footprint van diervoeders tussen 2018 en 2022 met 20 tot 25 procent is gedaald.
Belangrijke factoren daarbij zijn het hoge aandeel rest- en bijstromen en voormalige voedingsmiddelen in diervoeders, én het feit dat meer dan driekwart van de grondstoffen afkomstig is uit de Europese regio.
Symposium Duurzaam Diervoeder 2030
De resultaten werden gepresenteerd tijdens een Nevedi-symposium in Wassenaar. Naast de sterke uitgangspositie kwamen ook de uitdagingen aan bod.
Demissionair minister Wiersma (LVVN) prees de samenwerking tussen ministerie en sector en wees op het convenant waarmee de melkveesector haar carbon footprint verder wil verlagen. Ook benadrukte ze de rol van de sector in het tegengaan van voedselverspilling en kondigde aan dat beleid op dit punt verder wordt uitgewerkt.
Paneldiscussie: kansen en dilemma’s
In een panelgesprek met vertegenwoordigers van COV, ZuivelNL, NAJK, FEFAC en Nevedi kwamen de belangrijkste thema’s naar voren:
- Incentives zijn nodig om verduurzaming vanuit de markt verder te stimuleren.
- Overheidssteun kan helpen door financiële prikkels te bieden voor producten met een lagere CO₂-voetafdruk.
- Circulariteit vraagt keuzes: reststromen die naar vergisters gaan, kunnen niet meer in feed & food worden benut.
- Internationale context: verduurzaming moet ook concurrerend blijven in een wereldwijde markt.
Wisseling van de wacht
Het symposium stond ook in het teken van het afscheid van Henk Flipsen, die bijna 19 jaar actief was als boegbeeld van Nevedi. Vanaf 1 november wordt hij opgevolgd door Erwin Wunnekink.
Nevedi kijkt met Duurzaam Diervoeder 2030 vooruit naar de volgende meting over 2024, waarmee de voortgang en uitdagingen in de verduurzaming van de dierlijke ketens verder in beeld komen.
Bron: Nevedi