De overstap van conventionele vleeskuikenhouderij naar het European Chicken Commitment (ECC)-systeem brengt zowel voordelen als uitdagingen met zich mee, zo blijkt uit onderzoek van Wageningen Social & Economic Research. De transitie verbetert het dierenwelzijn en vermindert het gebruik van antibiotica, maar leidt ook tot hogere productiekosten en een grotere klimaatvoetafdruk.
Het onderzoek vergeleek ECC met conventionele productie in zes EU-landen. Daaruit bleek dat de omschakeling naar ECC resulteert in productiekosten die 18 tot 20 procent hoger liggen op het niveau van het pluimveebedrijf, 16 tot 17 procent hoger na slacht en 19 tot 20 procent hoger na verwerking. In Nederland stegen de kosten met circa 20 procent bij uitladen en met bijna 27 procent zonder uitladen. Vooral de kosten voor voer, arbeid en huisvesting nemen toe.
Grotere klimaatvoetafdruk bij ECC
Ook de uitstoot van broeikasgassen neemt toe bij ECC-productie. In de Nederlandse situatie lag de emissie per kilo levend gewicht 6 procent hoger op boerderijniveau, 7 procent hoger per kilo karkasgewicht na slacht en 11 procent hoger per kilo vlees na verwerking. De belangrijkste oorzaak is de lagere voerefficiëntie van langzamer groeiende rassen.
Sterke daling antibioticagebruik
Een van de duidelijkste voordelen van ECC, naast het betere dierenwelzijn, is de forse vermindering van het antibioticagebruik. Praktijkgegevens uit Nederland (2022-2024) laten zien dat conventionele koppels gemiddeld tien tot twaalf dagdoseringen per dier per jaar krijgen. Bij langzaam groeiende vleeskuikens ligt dit cijfer onder de twee. Het onderzoek laat zien dat een volledige overgang naar ECC het antibioticagebruik met 80 tot 85 procent kan terugdringen, wat de voedselveiligheid ten goede komt.
Toenemende steun in Europa
Het ECC-systeem werd gelanceerd door een coalitie van ngo’s en richt zich op langzamer groeiende rassen, meer ruimte, daglicht en verrijking in de stallen. Inmiddels hebben meer dan 300 voedselbedrijven en foodservice-aanbieders in Europa zich aangesloten, met de belofte om uiterlijk in 2026 aan de ECC-standaarden te voldoen. Nederland loopt hierin voorop: sinds 2007 zijn veel pluimveehouders overgestapt naar langzaam groeiende vleeskuikens. Inmiddels komt vrijwel al het verse kippenvlees in Nederlandse supermarkten uit deze systemen.