De Europese pluimveesector blijft de komende tien jaar groeien, maar het groeitempo ligt duidelijk lager dan in het verleden. Dat blijkt uit de nieuwste EU Agricultural Outlook, waarin de Europese Commissie de marktontwikkelingen tot 2035 in kaart brengt. Aanhoudende vraag naar pluimveevlees en eieren biedt perspectief, maar strengere milieuregels, dierziektedruk en toenemende internationale concurrentie begrenzen verdere groei.
In 2025 blijft de EU-productie van pluimveevlees naar verwachting licht toenemen ten opzichte van 2024, zo valt op te maken uit de Agricultural Outlook. De sector profiteert van een stabiele vraag, gunstige afzetprijzen en relatief gunstige voerprijzen. Op de middellange termijn voorziet de Europese Commissie een productietoename van in totaal 965.000 ton tot 2035, wat neerkomt op een gemiddelde jaarlijkse groei van 0,7 procent.
Die groei zal echter niet gelijkmatig over de EU verdeeld zijn. Door strenger milieubeleid en de overgang naar duurzamere houderijsystemen wordt uitbreiding vooral mogelijk in regio’s waar ruimte en vergunningen beschikbaar blijven. Tegelijkertijd vormt hoogpathogene vogelgriep een structurele uitdaging. Brussel verwacht dat vogelgriep zich niet langer beperkt tot seizoensgebonden uitbraken, maar het hele jaar door aanwezig kan zijn. Dat vraagt om blijvende investeringen in bioveiligheid en bedrijfsmanagement.
Consument kiest steeds vaker voor pluimveevlees
Aan de vraagkant blijven de vooruitzichten gunstig. Pluimveevlees wordt door consumenten gezien als een relatief gezond, duurzaam en gemakkelijk te bereiden product. Ook de groei van de horeca en de voedselverwerkende industrie draagt bij aan een stijgende vraag. De consumptie per hoofd van de bevolking in de EU stijgt naar verwachting van 15,1 kilogram in de periode 2023–2025 naar 16,5 kilogram in 2035.
Om aan deze extra vraag te voldoen, zal de EU steeds meer pluimveevlees moeten importeren. De invoer neemt volgens de Outlook toe met gemiddeld 1,1 procent per jaar en komt in 2035 uit op circa 955.000 ton. Hogere EU-prijzen versterken die importstroom, zoals al zichtbaar was in 2025, toen de invoer uit Brazilië, het Verenigd Koninkrijk en Thailand toenam. De Europese pluimveevleesprijs stijgt naar verwachting geleidelijk richting 2.850 euro per ton in 2035, mede door wereldwijde prijsontwikkelingen.
Export groeit mee, maar concurrentie blijft scherp
Ook op de wereldmarkt blijft de vraag naar pluimveevlees toenemen. De wereldwijde importvraag groeit tot 2035 met naar verwachting 2,5 miljoen ton. Vooral in Afrika, het Midden-Oosten en Azië is groei in de afname te zien. Na een periode van terugval zullen de EU-exporten in de komende jaren weer voorzichtig aantrekken. Tot 2035 kan de uitvoer toenemen met gemiddeld 0,8 procent per jaar tot een volume van ruim 2,1 miljoen ton.
Het Verenigd Koninkrijk blijft een belangrijke afzetmarkt voor Europees pluimveevlees, terwijl ook de export naar Afrika, Azië en het Midden-Oosten groeit. Toch blijft het aandeel van de EU in de wereldwijde export stabiel rond 12,5 procent. Dat komt doordat lagekostenlanden zoals Brazilië, de Verenigde Staten, Thailand en Oekraïne sterker profiteren van de groeiende wereldvraag, terwijl ook de lokale productie in veel niet-EU-landen wordt opgeschaald.
Eiersector groeit gestaag door
Naast pluimveevlees blijft ook de eiersector groeien, al neemt het tempo iets af. In de afgelopen tien jaar groeide de EU-eierproductie met gemiddeld 0,8 procent per jaar. Voor de periode tot 2035 wordt een jaarlijkse groei van 0,5 procent verwacht. De vraag naar eieren blijft stabiel, maar factoren zoals een afvlakkende bevolkingsgroei en mogelijke verstoringen door vogelgriep beperken het groeipotentieel.
Productiviteitsverbeteringen zijn mogelijk door verdere automatisering, digitalisering en genetische vooruitgang. Dit kan namelijk een gunstig effect hebben op levensduur en legpersistentie. Op korte termijn kunnen deze effecten deels teniet worden gedaan door nieuwe dierenwelzijnsregels en het beëindigen van praktijken zoals het doden van eendagshaantjes.
Eierconsumptie blijft toenemen
De consumptie van eieren per hoofd van de bevolking blijft stijgen en komt in 2035 naar verwachting uit op 14 kilogram per persoon. Eieren profiteren van hun imago als betaalbare eiwitbron, het gebruiksgemak en de toenemende gezondheidsbewustheid onder consumenten. Daarnaast blijft de vraag vanuit de verwerkende industrie groot, bijvoorbeeld voor bakkerijproducten, sauzen en desserts.
Met stijgende inkomens groeit ook de vraag naar biologische en vrije-uitloopeieren. Omdat eieren beperkt houdbaar zijn, importeert de EU vooral uit buurlanden. Oekraïne en het Verenigd Koninkrijk zijn daarbij belangrijke leveranciers. In 2023 en 2024 was circa 60 procent van de EU-eierimport afkomstig uit Oekraïne. De totale eierimport van de EU zal naar verwachting met gemiddeld 2,7 procent per jaar toenemen in het komende decennium.
Beperkte, maar groeiende exportkansen
De wereldwijde eierconsumptie groeit tot 2035 met ongeveer 13 procent, vooral in India en Zuidoost-Azië. De internationale handel in eieren blijft echter beperkt, omdat slechts een klein deel van de productie wordt verhandeld. Transportkosten, bederfelijkheid en dierziekterisico’s vormen belangrijke belemmeringen.
Toch ziet de Europese Commissie kansen, vooral in de export van eiproducten. In 2025 neemt de EU-export van eieren naar verwachting met 5 procent toe. In de jaren daarna kan de uitvoer groeien met gemiddeld 1,7 procent per jaar, onder meer door vraag uit buurlanden en de export van ei-albumine naar markten zoals Japan.
Tekst: Gerben Hofman
Beeld: Byldbrêge/ Menno Dijkstra



