Preventief en hygiënisch werken zijn voor Kalkoenhouders Twan en Janneke Jenniskens uit Ysselsteyn de belangrijkste factoren om insleep van ziekten tegen te gaan. Niet meteen een eenvoudige opgave omdat de grootste Kalkoenhouder van de Benelux als belangrijkste ras Caringa Cartier heeft. De langzaamgroeiende bronskleurige kalkoen wordt gehouden onder Beter Leven één ster. Dat betekent veel ‘pionieren’, zoals hij het zelf omschrijft. Gezondheidsgevaren als ‘Blackhead’ liggen op de loer. “Ook al ben je voorzichtig, tref je preventieve maatregelen en werk je hygiënisch.”
Over grote kalkoenrassen als Hybrid Converter en BUT 6 is veel bekend. Daardoor wordt er beter gefokt op gezondheidstechnische aspecten en voederconversie. Voor de Caringa Cartier is dat een ander verhaal. “Het is een kleinschalig ras, dat voor gangbare Kalkoenhouders al snel niet interessant is”, weet Twan Jenniskens, “Wij moeten daardoor echt pionieren. Wij doen zelf veel selectie. Bijvoorbeeld als er een afwijking bij de poten is. Dat loopt steeds beter, maar is nog steeds een zoektocht. Hebben we het over voederconversie, dan ligt die voor Caringa Cartier vijftien tot twintig punten ongunstiger. Dat is toch serieus geld. Een gangbare kalkoenhaan neemt gemiddeld honderdvijftig gram per dag in gewicht toe. Met Beter Leven mag die groei maximaal honderddertig gram per dag zijn. Het slachtgewicht komt op zeventien tot achttien kilo, tegen 21 kilo gangbaar.” Gangbare Kalkoenhouders wagen zich niet aan het ras. De Limburger is daarentegen enthousiast geworden over Caringa Cartier. “Vooral als de zon schijnt komt die bronzen kleur nog mooier tot uiting. En dit ras is nog levendiger, nieuwsgierig en actief in vergelijking met anderen.”
Beter Leven-keurmerk
Het onderscheidend vermogen van de bronzen kalkoen met een Beter Leven-keurmerk heeft Jenniskens overtuigd. “Caringa Cartier heeft een hogere kostprijs door de eisen voor Beter Leven. De toeslag per kilo compenseert dat. Het product is gewoon lekker, vetarm en gezond bovendien. Voordeel van kalkoenen is, dat we te maken hebben met een vlak prijsniveau. Hierdoor kunnen we, ten opzichte van vleeskuikens bijvoorbeeld, beter voorspellen wat de opbrengstprijs is. We hebben minder fluctuaties en dat is in mijn ogen een belangrijk verschil.” De eisen voor Beter Leven één ster zijn voor Jenniskens een overbrugbare inspanning. Er is natuurlijke ventilatie in de stal, een overdekte uitloop, hij heeft afleidingsmateriaal opgehangen, strooit luzernestro bij en voert maagkiezels. Een kleine greep uit een trits eisen.
Preventie sleutel voor gezondheid
De sleutel voor gezondheid ligt in handen van de Kalkoenhouder zelf. “Dat betekent dat ik flink inzet op preventie. Alle vloeren worden natronloog ontsmet. Gassen doe ik niet. In de vloer kan heel veel zitten als het gaat om ziektekiemen. Het blijkt een belangrijke besmettingsbron te zijn. Ik had jaren last van coccidiose, maar de laatste twee ronden niet. Ik denk toch dat ik dat aan de vloerontsmetting te danken heb. Alles is kapot voordat de dieren er inkomen. Je begint schoon.”
Insleep van ziekten blijft desalniettemin een belangrijk aandachtspunt. Vooral ook omdat hij in een intensief gebied zit en ook nog eens drie locaties heeft, die dichtbij elkaar liggen. “Risico’s kun je daarom niet helemaal uitsluiten. Ik ent zoveel mogelijk. Haemorgarische Enteritis en anderen, maar sinds ik problemen met Mycoplasma’s heb gehad, neem ik die enting ook mee.” Qua voeding houdt Jenniskens nauw contact met zijn voerfirma’s . “Ik heb ook fors op darmgezondheid ingezet. Misschien zitten de ziektekiemen er altijd al, maar wanneer de kalkoenen naar buiten gaan met een zwakkere darmgezondheid, dan moet je er extra kien op zijn. Dat betekent ook op tijd antibiotica toedienen.” Jenniskens leunt voor een groot deel op zijn ‘team’ met voerdeskundigen, dierenarts en collega’s.
Keuze voor kalkoenen in outdoorstal
Het bedrijf van Twan Jenniskens kent de oorsprong 53 jaar geleden. Zijn vader hield vleeskuikens en varkens. Toen zijn twee zoons interesse toonden in het bedrijf, werd een tweede en derde locatie aangekocht voor de combinatie kalkoenen en vleesvarkens. “Mijn vader had zijn hart al aan de kalkoenen verpand. Het is echt een stuk beleving. Mijn broer en ik vonden beide takken interessant. Toen mijn broer Henk een jaar of zeven geleden ziek werd, heb ik afscheid genomen van de varkens en de locatie van hem gekocht. Dit deed vanuit het oogpunt van gezondheid en preventie. Op deze plek stonden een grote en een kleine bedrijfslocatie. Mijn idee was om de opfok en het afmesten van elkaar te scheiden. De kleine locatie was ideaal voor opfok, waardoor je eigenlijk nooit twee leeftijden op één locatie hebt. Met zes weken verhuizen de opgefokte kalkoenen naar een van de twee andere locaties. Met zestien weken gaan de hennen naar de slacht. Vier tot vijf weken later volgen de hanen.”
Om een conceptkalkoen te proberen, bouwde de broer van Twan Jenniskens meer dan tien jaar geleden al een outdoorstal. De natuurlijke ventilatiestal met een een overdekte uitloop was voor Jenniskens zelf een kans om op een vraag van supermarktketen Jumbo en slachterij Esbro in te kunnen spelen. “Kalkoen was eigenlijk het enige vleesproduct, waarbij de supermarkt geen Beter Leven-sticker op kon plakken. Ik had die stallen, dus heb geen moment getwijfeld. Met vijf tot zes ton filet per week, was het een kleine markt. Met een viertal Kalkoenhouders hebben we de levering opgezet.” Toen de inkooporganisatie Superunie erbij kwam, kwamen er uiteindelijk nog een paar Kalkoenhouders bij, maar omdat het product redelijk duur in de markt ligt, daalde ook de consumptie. Dus is het volume afgeschaald. Inmiddels is de stijgende lijn, mede door de komst van Lidl als afnemer drie maanden geleden, weer ingezet. Tweederde van de stallen van Jenniskens wordt bezet door Caringa Cartier-kalkoenen. “Ik zet iedere acht weken vijftienduizend Beter Leven-kalkoen op, waarvan de helft hennen en de andere helft hanen. Soms moeten we wel twee-en-een-halve week laden voordat onze dieren weg zijn. Dat doen we graag, omdat we het belangrijk vinden dat er een Nederlandse kalkoen in de schappen ligt.”
Voorkomen van Blackhead
Gevaar ligt voor de sector ligt daarentegen om de hoek. Blackhead is voor veel Kalkoenhouders de laatste tien jaar een reden geweest om over te schakelen naar bijvoorbeeld vleeskuikens. De parasitaire ziekte zorgt voor necrotiserende ontsteking van de blindedarmen en de lever. Zelf is Jenniskens al twee keer met een uitbraak geconfronteerd geweest. “Daarbij hebben we nog geluk gehad dat het bij één stal bleef. Met uitval gaat het toch minimaal om 55 procent dat kan oplopen tot honderd. Daar komt de emotionele factor ook nog eens overheen. Ik kende de symptomen van Blackhead niet, maar er was plots rare, forse uitval. De dierenarts kan vervolgens aan de witte vlekken op de lever zien dat er een ontsteking zit. Het is enorm lastig. Vroeger had je een preventief medicijn. Nu niet meer en ben je eigenlijk aan de goden overgeleverd. Wij hebben in Duitsland wel een verzekering afgesloten. Die is erg duur, maar ik neem het risico niet. Als er een uitbraak is, dan heb je het over tonnen schade.”
Een preventieve verzekering zoekt Jenniskens in hygiënisch werken. “Zorgen dat er niets van buiten naar binnen komt. De infectie wordt bijvoorbeeld door regenwormen overgedragen. Die moeten dus niet de stal in komen. Daarom hebben we ook een overdekte vogeldichte ‘outdoor’ uitloop, waarbij de kalkoenen niet daadwerkelijk buiten lopen. Dat is gewoon te gevaarlijk.” Hij staat daarbij ook open voor andere meningen. “Qua gezondheid en hygiëne zijn er vast ondernemers die het weer anders aanpakken. Daar kan ik ook weer van leren.”
Bedrijfsgegevens
Jenniskens Kalkoen BV
Twan en Janneke Jenniskens
Kinderen Guus, Imke en Bas helpen mee
Ysselsteyn
Drie locaties (20.000 m2 staloppervlakte) met circa 65.000 kalkoenen
Per ronde 15.000 Beter Leven één ster 9000 gangbaar