Op 26 november 2025 is op drie locaties in Nederland vogelgriep vastgesteld. Het betreft pluimveebedrijven in Helden en Tienray in de provincie Limburg en in Bornerbroek in de provincie Overijssel. De NVWA heeft direct maatregelen getroffen om verdere verspreiding van het virus te voorkomen.
Leghennenbedrijf in Helden
In Helden gaat het om een leghennenbedrijf met circa 85.000 dieren. De dieren worden daarom geruimd. In de directe omgeving bevinden zich geen andere pluimveebedrijven binnen een straal van één kilometer. Binnen drie kilometer ligt er echter één bedrijf dat de NVWA gaat screenen. Daarnaast liggen in de tienkilometerzone 43 pluimveebedrijven. Aangezien een deel van deze zone op Duits grondgebied valt, zijn de Duitse autoriteiten hierover geïnformeerd.
Vogelgriep op vleeskuikenbedrijf Tienray
In Tienray trof de NVWA daarnaast vogelgriep aan op een vleeskuikenbedrijf met ongeveer 185.000 dieren. De dieren worden direct geruimd. Het nabijgelegen pluimveebedrijf binnen één kilometer wordt bemonsterd en veertien dagen intensief gemonitord. Het NVWA screent ondertussen elf bedrijven binnen drie kilometer actief op het virus. In een straal van tien kilometer bevinden zich 29 pluimveebedrijven; ook hier valt een deel van de zone over de Duitse grens, waarna de autoriteiten zijn geïnformeerd.
Besmetting in Bornerbroek
De derde besmetting betreft een vleeskuikenbedrijf in Bornerbroek. Hier worden 18.000 dieren geruimd. Binnen één kilometer liggen twee pluimveebedrijven die worden bemonsterd en intensief gevolgd. In de driekilometerzone liggen drie bedrijven die de NVWA gaat screenen en in de tienkilometerzone 25 bedrijven.
Vervoersverbod
De NVWA voert in alle betrokken gebieden aanvullende controles en monitoring uit. Ook gelden vervoersbeperkingen rondom de besmette locaties. Hiermee moet verdere verspreiding van het virus worden voorkomen. Dit betekent dat er vanaf locaties met vogels in deze zones geen vogels, broedeieren en/of consumptie-eieren mogen worden vervoerd. Ook geldt een verbod voor de afvoer van mest van vogels en gebruikt strooisel. Deze maatregelen zijn nodig om verspreiding naar andere delen van het land te voorkomen. Andere dieren dan vogels en hun producten mogen wel worden af- en aangevoerd naar locaties met vogels mits dat gebeurt volgens de strenge voorwaarden van het hygiëneprotocol.
Waar de 10-kilometerzone ligt, is te zien op de dierziektenviewer van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO).




